De gewone esdoorn (Acer campestre) is een middelgrote boom die doorgaans een hoogte van ongeveer 12 meter kan bereiken. Vanwege zijn onregelmatige vertakking heeft hij geen symmetrische kroon. De takken zijn opvallend vanwege hun kurklijsten, die zowel op oud als jong hout aanwezig zijn. Bij het uitlopen van het jonge blad kan er soms een lichte roodachtige tint zichtbaar zijn, maar dit verandert al snel naar een diepgroene kleur. In de herfst verandert het blad in een prachtige donkergele kleur, die lang kan aanhouden.
De gewone esdoorn is inheems in Nederland en wordt al lange tijd door mensen gebruikt. Niet alleen als volgroeide boom, maar ook in gesnoeide vorm als haag is deze plant zeer functioneel. Dit komt mede doordat de gewone esdoorn schaduw verdraagt en gedijt in industriële gebieden, waardoor het een veelzijdige plant is. Het heeft een sterk vertakkend hoofdwortelsysteem met veel fijne haarwortels. Omdat de gewone esdoorn voornamelijk wordt vermeerderd door zaaien, kan er enige variatie optreden in de nakomelingen. Dit kan zich uiten in verschillende eigenschappen, zoals variaties in herfstkleur en de aanwezigheid van kurklijsten op de takken.
Vanwege zijn uitstekende snoeiverdraagzaamheid wordt de gewone esdoorn ook vaak gebruikt als haagplant. Echter, vanwege de vroege sapstroom moet snoeien nooit in het voorjaar plaatsvinden.